De spagaat van de leraar en de leerling
In het reguliere onderwijs proberen docenten een goede relatie op te bouwen met hun leerlingen. Het onderwijssysteem zelf (met zijn opgelegde collectieve doelen) maakt dat bijna onmogelijk. Een goede relatie begint namelijk met elkaar zien zoals we werkelijk zijn. En dat botst met de realiteit van “doen wat ik van je verwacht, wie je ook bent.”. De docent staat voortdurend voor de keuze: zie ik de leerling zien of zie ik het doel?
Leerlingen komen precies in dezelfde spagaat terecht. Aan de ene kant ervaren ze de oprechte inspanning van de docent om een warme relatie op te bouwen, aan de andere kant voelen ze de dwang en ongelijkwaardigheid van het systeem. Ze moeten kiezen: blijf ik trouw aan mezelf en bots ik met de opgelegde doelen, of offer ik mezelf op om de relatie met de docent goed te houden?
Dit conflict gebeurt niet incidenteel. Het gebeurt elke opdracht, elke les, elke dag, elke week, elk jaar, veertien jaar lang. In groep 1 nog subtiel (in de kring moeten, wel of niet in de bouwhoek mogen), maar naarmate leerlingen ouder worden steeds explicieter. Zo leren ze dat het helpt om hun eigen verwachtingen te negeren en zich te conformeren. Maar waar blijft in die omgeving ruimte voor hun eigen interesses en verlangens?
Subjectificatie binnen kaders?
In het onderwijs wordt vaak gesproken over subjectificatie: het idee dat leerlingen niet alleen kennis opdoen, maar ook als subject in de wereld leren staan. Dat ze leren positie kiezen, grenzen aangeven, verantwoordelijkheid dragen. Maar precies dat is in een ongelijkwaardige setting vrijwel onmogelijk. Subjectwording kan alleen wanneer iemand eigen keuzes mag maken en de consequenties daarvan mag dragen. In het reguliere onderwijs zijn die keuzes grotendeels afwezig: de doelen liggen vast, de routes liggen vast, de beoordeling ligt vast. Er is slechts ruimte binnen vooraf bepaalde kaders. Dat is leren binnen een speelveld dat al voor je is uitgezet, maar niet leren hoe je je als mens tot de wereld verhoudt.
We lezen een deductie van onder naar boven. Als we een curriculum voor bijna alle vakken hebben waar leerlingen geen invloed op hebben, dan neemt de docent dus bij bijna elke opdracht niet-gedragen besluiten. Samen met ‘als iemand een niet-gedragen besluit neemt, dan komt de relatie onder druk te staan is de onvermijdelijke conclusie dat de relatie tussen de docent en de leerling stevig onder druk komt te staan. Samen met het feit dat een gelijkwaardige relatie de enige relatievorm is die duurzaam is, moeten we constateren dat we een onderwijssysteem hebben waarin het onmogelijk is een duurzame relatie op te bouwen. Docenten besteden daarom veel tijd in de relatie met hun leerlingen om het draaglijk te houden. Leerlingen voelen ondertussen de voortdurende spanning van de gedwongen, ongelijkwaardige setting. Samen brengt dat hen in een structurele spagaat: kies ik voor mezelf of kies ik voor de relatie?
Dit is geen gezonde omgeving om in op te groeien.

0 reacties