Gelijkwaardigheid, utopisch of praktisch?
Geregeld als ik spreek over gelijkwaardigheid blijkt dat mensen er een heel ander beeld van hebben dan ik. Dit blog gaat gaat over de verschillende beelden.

Mensen zijn niet gelijk. Ze verschillen in kennis, ervaring, leeftijd, interesses, verantwoordelijkheid enzovoort. We zijn echt ongelijk! Maar we zijn allemaal van waarde. Soms vinden mensen zichzelf van meer waarde omdat ze meer ervaring of kennis hebben. Dat helpt niet om samen verder te komen. Want ook iemand die minder weet of jonger is, heeft eigen behoeften en argumenten. Zijn die dan opeens minder waard?
Gelijkwaardig besluiten betekent dat je zoekt naar een vorm waarin we allemaal verder kunnen, met al die verschillende behoeftes en argumenten. Dat iedereen meebeslist.
Een voorbeeld
Een klein kind wil in de speeltuin van de hoogste glijbaan af. De begeleider vindt dat geen goed idee; de glijbaan is stijl en gaat veel te hard. Het jongetje wil er niets van horen en zegt dat hij het kan. Wat nu?
In dit voorbeeld lijkt het duidelijk dat het kleine kind niet voldoende kan inschatten of deze glijbaan voor hem schikt is. Het gaat bovendien over veiligheid, dus de verantwoordelijkheid ligt bij de begeleider. En omdat deze dat veel beter kan inschatten, lijkt het legitiem dat de begeleider het besluit neemt om niet van de glijbaan te gaan. Maar… de kleine blijft bezwaar houden.
Er zijn twee mogelijkheden die allebei een ongewenst effect hebben. Als de begeleider zijn bezwaar doordrukt, dan neemt hij een niet-gedragen besluit. Dat zet de relatie met het kind relatie onder druk: het kind voelt zich gepasseerd en blijft er wellicht de hele week boos over.
Als de begeleider toegeeft terwijl deze nog bezwaar heeft, dan is er ook een niet-gedragen besluit genomen. En ook dat zet hun relatie onder druk, maar andersom. De begeleider blijft er tot lang na het bezoek aan de EHBO boos over.
Gelijkwaardigheid wil ook niet zeggen dat je gaat stemmen of dat je een compromis besluit dat niet tegemoet komt aan de bezwaren. “Je mag niet van de glijbaan, maar we kunnen wel een ijsje eten!”.
Maar wat dan wel?
Gelijkwaardigheid betekent dat ieders argumenten en behoeften even zwaar meewegen. Een gelijkwaardig besluit is een besluit waar iedereen mee kan leven, waar geen overwegend bezwaar meer tegen is. Dat vinden we spannend, want het lijkt er op dat je controle kwijt raakt. Want misschien komt er een besluit waar ik niet achter sta…!
Vertrouw op het proces. Je hoeft namelijk niet bang te zijn dat er iets besloten wordt waar je niet achter staat. Want… je staat dan niet achter het besluit! Je hebt blijkbaar nog argumenten die voor jou overwegend zijn. En die breng je gewoon in. Net zo lang tot er een besluit geformuleerd wordt waar je wel achter staat. Maar de andere betrokkenen staan er ook achter. Dat is hoe je een gedragen besluit neemt.
Gelijkwaardigheid is geen utopie waarbij kinderen of volwassenen alles mogen beslissen. Het is een proces van zonder oordeel naar elkaar luisteren, behoeften + argumenten delen en samen besluiten nemen, juist binnen asymmetrische relaties. Op deze manier ontstaat er geen wrijving die de relatie onder druk zet.
Het is niet eenvoudig om te leren gelijkwaardige besluiten te nemen. Het vergt een aantal vaardigheden die je op school niet hebt geleerd: verbonden communiceren (behoeften delen zonder niet-helpende oordelen over de ander en over jezelf), indien aanwezig oordelen los kunnen laten. Ook het proces van gedragen besluiten nemen vergt oefening, zeker om snel en effectief te besluiten. Dat vergt heel goed ‘voelen’ wat je overwegende bezwaren zijn, of ze echt overwegend zijn (kun je er mee leven als het anders besloten wordt?), kun je jouw mening aanpassen als er andere meningen of feiten langskomen? Is wat je wil zeggen wel nodig voor het vormen van het besluit? Spreek wanneer helpend, zwijg wanneer helpend.
Terug naar het voorbeeld
“Vertel eens, waarom wil je zo graag van die hoge glijbaan?” Een vraag naar behoeften helpt altijd om het gesprek op gang te krijgen. Er ontstaat een gesprek waarin ook de begeleider diens behoeften deelt; niet naar de EHBO gaan, veilig thuiskomen, wel plezier hebben, hem wel autonomie gunnen maar dat er grenzen zijn aan wat een 5-jarig kind verantwoord kan doen. Soms laat een kind na goede uitleg diens bezwaren vallen. Maar soms ook niet!
“Maar toch ik kan het wel!”
“Dan zal je me moeten overtuigen dat je het inderdaad kan. Maar hoe doen we dat zonder dat je van de hoge glijbaan af gaat?”
Ze besluiten om eerst de middelste glijbaan te proberen en het daarna nog eens te bekijken. Nou, die middelste was hoog zat. Hij begreep het. En nu draagt het besluit. Opgewekt gaan ze aan het eind van de dag samen weer huiswaarts.
0 reacties