Het kind centraal, een loze belofte?

Veel scholen gebruiken trots de slogan ‘bij ons staat het kind centraal’. Dat klinkt prachtig, menselijk, warm. Wie wil er nu niet dat hun kind gezien wordt, gehoord wordt, tot bloei komt? De slogan doet wat ze moet doen: ouders een goed gevoel gevoel geven bij de keuze van de school voor hun kind.
En toch… wie iets dieper kijkt, ziet dat deze slogan in de praktijk zelden waarheid wordt. Het schoolsysteem, het curriculum, de toetscultuur en de organisatie staan meestal centraal, niet het kind. Dat is geen kwestie van onwil. Het zit veel dieper. Het heeft alles te maken met een misverstand over wat het echt betekent om het kind centraal te stellen en met een fundamentele verwarring tussen ‘evidence based’ en ‘evidence informed’ werken.
Het verschil tussen ‘evidence based’ en ‘evidence informed’
In het onderwijs wordt veelvuldig gesproken over ‘evidence based’ of ‘evidence informed’ werken. Dat klinkt wetenschappelijk verantwoord, en dat is ook precies de bedoeling. Maar het maakt uit welke term je kiest. ‘Evidence based’ suggereert dat er één beste aanpak is die altijd werkt, zolang je maar naar de juiste onderzoeken kijkt. Maar onderwijs is geen laboratorium. Onderwijs is mensenwerk. En mensen zijn verschillend.
‘Evidence informed’ houdt daar wel rekening mee. Die benadering zegt: we nemen kennis uit onderzoek serieus, maar we combineren dat met professionele ervaring en met wat we weten over deze leerling, op dit moment, in deze context. Evidence informed werken vraagt dus niet om één waarheid volgen, maar om voortdurend te zoeken, af te stemmen, te reflecteren. Het gaat niet om controle, maar om gevoeligheid voor wat werkt. Hier en nu.
Als je echt werkt vanuit het kind, dan kun je niet beginnen met het systeem. Je kunt niet eerst de processen strak inrichten, het curriculum dichttimmeren, een jaarplanning maken vol gestandaardiseerde methodes, pauzes en vakanties inplannen en dan zeggen: ‘we differentiëren wel een beetje.’ Het systeem staat op dit moment centraal en het kind moet zich voegen. Of, vriendelijker gezegd: het kind mag een beetje schuiven binnen de krappe marges van het systeem.
As je vertrekt vanuit het kind, dan begint de vraag heel ergens anders: wie is dit kind? Wat wil, kan, zoekt, vraagt dit kind op dit moment? Wat heeft het nodig? Wat is er al? Waar is ruimte om iets te laten ontstaan? En pas daarna komt de vraag: hoe kunnen we dat als professional zo goed mogelijk begeleiden, met de kennis die we hebben uit onderzoek, met onze ervaring, maar zonder dat we vooraf vastleggen wat het kind allemaal moet leren en wanneer.
Evidence informed werken betekent dus: luisteren. Niet opleggen, maar afstemmen.
Evidence informed werken vraagt om een radicale verschuiving in denken. Controle loslaten naar vertrouwen in plaats van naar chaos. Standaardisering loslaten naar aandacht en zorgvuldigheid in plaats van naar vrijblijvendheid.
Dat klinkt logisch, niet? Toch zie je dat scholen, ook als ze ‘het kind centraal’ zeggen, hun hele organisatie inrichten op wat gemakkelijker te plannen is. Niet op wat nodig is. Toetsroosters, tussen- en einddoelen, methodes, jaargroepen, leerlijnen, alles is gebouwd om het systeem te laten draaien. Kinderen moeten erin passen. Doen ze dat niet, dan zijn zij ‘lastig’. Het systeem blijft buiten schot.
Maar stel je eens een andere aanpak voor. Stel dat je echt evidence informed werkt. Dan kan het zomaar gebeuren dat een kind wekenlang gefascineerd is door een kapotte motor van een scooter en dat je besluit daar met het kind op in te zoomen. Want hierin laat het kind betrokkenheid en motivatie zien (en dat is een bewezen sleutel tot dieper leren). Je leest samen over hoe motoren werken, het verschil tussen 2- en 4-tact, gereedschap, lagers, tandwielen en overbrengverhoudingen. Je maakt ruimte om dat te laten ontstaan, omdat dit kind, nu, daar iets van zichzelf in kwijt kan. En nee, dat is niet standaard. Niet planbaar. Maar wel echt leren. En echt ontwikkelen.
Staat het kind centraal, of het systeem? Je zou het zo kunnen samenvatten:
Ze zeggen | Maar in werkelijkheid |
---|---|
Het kind staat centraal | Het curriculum staat centraal |
We stemmen af op de leerling | We dwingen de leerling zich aan te passen |
We gebruiken inzichten uit onderzoek | We gebruiken onderzoek als legitimering voor wat we toch al deden |
We willen eigenaarschap bij leerlingen | Maar we bepalen zelf de doelen en het tempo |
We vertrouwen op de professional | Maar we sturen op cijfers en blijven methodetrouw |
Dit is de kern waar het om gaat. Evidence informed werken kan niet als je systeemdenken voorop zet. Want dan gebruik je onderzoek niet om af te stemmen, maar je gebruikt onderzoek om je vaste aanpak te rechtvaardigen. Om de gemiddelde leeropbrengst van de klas te verhogen.
Hoe dan wel?
De eerste stap is erkennen dat we onderdeel zijn van een systeem dat gericht is op voorspelbaarheid, meetbaarheid en beheersing en dat die logica haaks staat op de unieke, veranderlijke realiteit van elk individueel kind. Zolang we blijven doen alsof die twee werelden te combineren zijn, blijven we kinderen tekortdoen. Pas als we dat idee durven loslaten ontstaat er ruimte voor werkelijk kindgericht onderwijs.
En dan wordt evidence informed geen checklist of model, maar een houding. Een manier van kijken. Van blijven luisteren. Van durven zeggen: dit kind past niet in het stramien, dus misschien moeten we het stramien aanpassen, en niet het kind.
Pas dan staat het kind centraal. Niet als slogan, maar als levende realiteit.
0 reacties