Besluiten nemen
De basis van gelijkwaardig organiseren is het nemen van een gelijkwaardig besluit. Ik zal hier de grote lijnen ervan beschrijven. Als je naar details zoekt, dan zijn verschillende uitgewerkte methoden op internet te vinden. Hierin zit veel kennis en ervaring verwerkt, maar door het volgen van een uitgewerkte methode mis je vaak het waarom van bepaalde keuzes. Speel er dus mee, en leer begrijpen waarom je beter iets zus of juist zo kan doen. Gelijkwaardige besluiten kunnen namelijk ook gaan over hoe je gelijkwaardige besluiten neemt!
Een gelijkwaardig besluit kan genomen worden als er iedereen het er mee eens is (consensus) of als niemand meer overwegend bezwaar heeft (consent). Door vooraf te besluiten of je voor consensus gaat of dat consent goed genoeg is bepaal je de ondergrens van een goed besluit. Bij consent ligt die lager dan consensus, bij consent kom je dus eerder tot een ‘gedragen’ besluit. Daarbij hoef je het niet eens te zijn met het besluit, maar je hebt geen overwegend bezwaar meer. Je geeft toestemming.
Bij het nemen van een gelijkwaardig besluit is het belangrijk dat iedereen aan de beurt komt en de tijd krijgt te vertellen wat die wil vertellen. Helpende spelregels om dit op een eenvoudige manier te bereiken zijn:
- Stel een gespreksleider aan (vast of roulerend of beide) om de rondes te begeleiden
- Geef steeds de beurt door aan de persoon links van je als je klaar bent met je inbreng. Zo komt iedereen aan de beurt en weet je ook wanneer je aan de beurt bent. Daardoor is er rust om echt te luisteren (in plaats van te luisteren naar een goed moment om de beurt naar je toe te trekken…)
- Val niemand in de rede. Alleen het stellen van een vraag ’ter verduidelijking’ mag, via de gespreksleider.
Het indienen van iets waarvan je vindt dat het besproken moet worden (en dat vaak ook om een besluit vraagt) doe je door een motie in te dienen. Deze is voor iedereen die er mee te maken kan hebben inzichtelijk. Wil je meepraten en mee besluiten, zorg dat je er bij bent. Kom je niet, dan geef je op voorhand ‘consent’ (of consensus, maar in deze tekst ga ik uit dat er voor consent is gekozen) aan wat de uitkomst van het besluit ook is.
De eerste stap in het nemen van een gelijkwaardig besluit is het voorlezen van de motie en de vraag of het voor iedereen duidelijk is waar de motie over gaat.
De tweede stap is de meningsvormende ronde. Iedereen krijgt de gelegenheid diens mening te geven. Omdat je weet wanneer de beurt bij jou is, kun je rustig luisteren. Je zal merken dat je tijdens deze ronde vaak van mening verandert, omdat er gezichtspunten komen waar je nog helemaal niet aan had gedacht. Soms is het nodig meerdere rondes te houden, omdat steeds nieuwe gezichtspunten om nieuwe informatie vragen. Tijdens de beeldvormende ronde bouw je aan een beeld dat door iedereen samen wordt gevormd.
Als het collectieve beeld helder is, komt de derde stap: de besluitvormende ronde. Iemand die denkt een besluit te kunnen formuleren naar aanleiding van het beeld uit de vorige ronde kan dat doen. Als je hier geen overwegende bezwaren hebt, dan geef je consent. Iemand die wel overwegend bezwaar heeft, deelt dat bezwaar en past het besluit aan zodat het tegemoet komt aan zowel het collectieve beeld als het overwegende bezwaar. Dit doe je net zo lang tot iedereen consent kan geven. Dan is het besluit genomen.
Soms is het lastig te bepalen of een bezwaar overwegend is of niet. Daar is namelijk geen externe norm voor. Je bepaalt samen of het overwegend is of niet, beargumenteerd. Zolang je in je achterhoofd houdt dat het doel van het besluit is ‘hoe komen we samen verder, met alle argumenten’ zal je altijd een oplossing vinden.