EROEI

Een term die voor onze maatschappij van groot belang is, en tegelijkertijd bij velen onbekend: EROEI.

In de economie is de term ROI (return on investment) veel gebruikt. Eigenlijk zou de term “FROFI” moeten heten: Financial Return On Financial Investment. “Hoeveel geld moet ik investeren om hoeveel geld te verdienen”. Deze vraag kun je ook stellen over energie: “Hoeveel energie moet ik investeren om een zekere hoeveelheid energie te oogsten?”, oftewel Energy Return On Energy Investment.

In wind zit veel energie. Die kun je niet zomaar benutten. Daarvoor zal je eerst iets moeten maken dat de energie uit de wind omzet in energie die nuttig te gebruiken is. Een zeilboot, een windmolen. Het maken van een windmolen kost veel geld, maar ook veel (fossiele) energie. Denk maar eens aan hoeveel staal er in die hoge stalen mast zit. En hoeveel beton er in de bodem is verwerkt. De hoeveelheid energie die het maken (en onderhouden, en ooit weer afbreken) van de windmolen kost in verhouding tot hoeveel deze windmolen gedurende haar hele leven opbrengt is een maat voor hoe zinvol de duurzame energiebron is. Dit kental heet EROEI en is dus de verhouding tussen energie-opbrenst gedeeld door de energie-investering. Hoe hoger dit kental, hoe zinvoller de investering.

Toen de eerste olie grootschalig werd opgepompt, was de EROEI erg hoog: met een energie-investering van 1 vat olie konden er wel 100 vaten worden opgepompt (EROEI = 100/1 = 100). Deze makkelijk te bereiken olievelden zijn inmiddels leeg, en zijn er enkel nog lastiger olievelden over. Het kost steeds meer energie om olie te winnen; de investeringen bedragen nu ongeveer 7 vaten olie voor 100 vaten opbrengst. De EROEI is dan gezakt van 100 naar 15 (= 100/7) en zal nog verder zakken naarmate de makkelijkere velden opraken.

Ook van windmolens en zonnepanelen zijn de EROEI-waarden te berekenen. Windmolens doen het helemaal niet verkeerd en liggen in de buurt van olie. Zonnepanelen zijn wat minder gunstig en vragen 16 eenheden investering om 100 eenheden opbrengst.

Nu is er een groot verschil tussen olie en stroom. Olie kan je in de grond (of in een emmer) bewaren tot je het nodig hebt. Met stroom kan dat niet. En dat heeft gevolgen voor de EROEI! Zo’n 10 jaar geleden kon je alle opgewekte stroom door zonnepanelen nog wel kwijt, ook overdag in de zomer. Dat is nu anders; er liggen zoveel zonnepanelen, dat er vele momenten zijn dat deze meer stroom produceren dan de vraag. En dat betekent dat je niet 100 opbrengst hebt na je investering van 16 eenheden, maar slechts een gedeelte ervan. Daarmee daalt de EROEI van 16/100 = 8 naar bijvoorbeeld 16/60= 3.75. Hmm, het wordt steeds minder lonend om zonnepanelen neer te leggen!

Accu’s er bij, of waterstof

Maar wacht; we hebben een accu om stroom te bewaren! Dan stoppen we de te veel opgewekte stroom daarin! Nou, helaas, zo effectief is dat niet. Je energie-investering verdubbelt doordat je niet alleen je paneel moest maken, maar ook de accu. Samen met deze accu wordt je effectieve opbrengst maar een beetje hoger. Want de accu heeft maar een beperkte capaciteit. Omdat je effectieve opbrengst niet ook verdubbelt, daalt de EROEI juist! Oftewel; het wordt nog minder zinvol om hierin energie te investeren.

En als we waterstof (als energie-drager) aan het systeem gaan toevoegen dan wordt het nog erger. Om de ‘overtollige’ stroom om te zetten naar waterstof verlies je 15%. Maar om de waterstof onder druk te brengen, verlies je nog eens 30%. Minstens. Je hebt namelijk heel veel (kleine) tanks nodig die hoge druk kunnen weerstaan. Bovendien moeten deze tanks enorm gekoeld blijven (-252C), wat ook weer veel energie kost. Uiteindelijk kost het gebruik van waterstof als energiedrager dus meer energie aan investeringen dan dat er nuttig gebruikt kan worden. Kansloos dus.

Economen verkondigen steeds dat bij energie-schaarste de prijs gaat stijgen, waardoor er meer geld beschikbaar komt om moeilijker winbare energie te winnen. Ze geloven dat er altijd energie beschikbaar zal blijven. Maar ze vergeten iets essentieels: als het 1 vat olie kost om 1 vat olie uit de grond te halen, dan had je de olie net zo goed in de grond kunnen laten. Hoe hoog de olieprijs ook is…

Hoe dan wel…?

Nou, niet! We hebben een maatschappij opgebouwd met behulp van een energiebron met heel hoge EROEI. De alternatieven hebben allen een veel lagere EROEI. Dat betekent dat de maatschappij dus veel meer geld, arbeid en grondstoffen moet investeren voor dezelfde hoeveelheid energie als eerst. Dat gaat gewoon niet lukken, want we hebben ook arbeid nodig voor de zorg, onderwijs, universiteiten etc.. We moeten dus hoe dan ook ‘power down’. De energie wordt hoe dan ook veel duurder, en dat betekent dat de economie onontkoombaar gaat vastlopen. Zeker omdat ons geldsysteem groei eist…

We hebben echter meer problemen dan alleen een energieprobleem. Er is ook een stikstof/fosfor-onbalans (verstoorde kringloop), biodiversiteit, klimaat, verzuring oceanen, ontbossing, chemische verontreiniging. Het kernprobleem van deze crisissen is dat we niet meer in kringlopen leven. We nemen meer van de aarde dan deze kan opbrengen (overshoot) en dat zorgt voor een ineenstorting van onze maatschappij. We moeten dus snel het roer omgooien en echt duurzaam gaan leven.